Propvolle vakanties

Het is zondagochtend, laatste dag van de vakantie en vandaag gaan we met z’n allen naar een voorstelling van ‘Agent en Boef.’ Ik dacht dat een vakantie bedoeld was om uit te rusten en bij te komen van de volle schoolweken. Naast dat de kinderen lekker lang in hun pyjama kunnen rondbanjeren ’s ochtends, zich zonder stress kunnen aankleden om naar buiten te gaan en ’s avonds wat later naar bed mogen, is de vakantie voor mij als moeder ook even een moment om iets voor mijzelf te doen. En dan voor mij alleen. Even uitpluggen van het gezin, een mini retraite voor mama. De vader van mijn kinderen dacht dat vakanties er zijn om leuke dingen te doen met z’n allen. Naar het bos, naar de grote stad (Den Haag), naar de film, het museum (drie keer), het theater (drie keer) en een nieuwjaarsborrel. Dit alles in combinatie met de tijd die ik voor mezelf nodig had resulteerde in een propvolle vakantie.

Mijn hoofd en hart zijn in gesprek. Mijn lichaam geeft aan rust nodig te hebben en gaat liever de natuur in. Mijn hoofd vind dat ik mee moet gaat met de rest, mijn eigen behoeftes aan de kant moet zetten en gezellig naar de voorstelling moet gaan. De kinderen geven aan thuis te willen blijven. Ik geef ze geen ongelijk. Ja, de vakantie is er om leuke dingen te doen. Maar het mag wel in balans zijn met lanterfantertijd voor jezelf. Maar goed. We hebben al een vermogen uitgegeven aan deze theaterkaartjes, dus we gaan. Punt uit. Ik verzamel al mijn energie om lunchtrommeltjes voor iedereen te maken en ze warm te maken voor ons avontuur naar de gevangenis, daar waar Agent en Boef zullen zijn.

In de auto op weg naar het theater voel ik me in mijzelf gekeerd. Mijn lichaam en geest voelen zich nog steeds vol en vermoeid. Ik realiseer mij dat ik misschien ook wel iets te veel heb gedaan de afgelopen weken. Mijn leven wordt nu grotendeels bepaald door de agenda van mijn kinderen en die van hun vader. Dus de lege momenten die ik zie, daar zet ik dan graag mijn naam neer en dan doe ik dingen voor mezelf. Maar met te veel dingen doen, ook al doe ik dit zonder kinderen, daarmee blijf ik energie verbruiken. Op een gegeven moment is het dan op.

Agent en Boef laten me alles even vergeten. De meisjes vermaken zich en nemen de grapjes van Boef in zich op, om thuis weer volop boevenstreken uit te gaan halen. Op weg naar huis neem ik me voor om in mijn agenda, op de lege vakjes mijn naam en een boom neer te zetten. Het is tijd om ruimte in te plannen om in mijn eentje niks te doen, behalve even helemaal te zijn en te genieten van de natuur. Het moederschap is constant loslaten. Goedbedoelde ideeën, overtuigingen, wensen en plannen te laten varen als dat nodig is en zo mee te stromen met dat wat daadwerkelijk er toe doet. Voor mij is dat op dit moment harmonie van het gezin. En daarbij hoort ook echt de nodige mini mama retraites inlassen.

book-2929646_1920

Gatenkaas

Mijn oudste dochter had last van een kies. Ze opende haar mond om het te laten zien aan mij. Meestal kan ik pijn niet zien, behalve als er bloed, kneuzingen of tranen te zien zijn. Nu zag ik een kies met een bruine vlek en het zag er pijnlijk uit. Dus we gingen naar de tandarts.

Ronja ging moedig in de grote groene stoel zitten en opende haar mond. Na een korte inspectie besloot de tandarts dat er foto’s gemaakt moesten worden. Mijn tweede dochter en ik werden achter een scherm gezet. Het was niet aangenaam om de plastic dingen tussen haar kaken te klemmen, maar Ronja hield zich kranig. Ik had bewondering voor haar geduld en rust.

Toen de foto’s klaar waren mochten de meisjes een cadeautje uitzoeken, zodat de tandarts zachtjes iets tegen mij kon zeggen. Ze vroeg me om mee te kijken naar de foto’s. Ik zag kiezen, verder niet veel. De tandarts zag wat anders. ‘Kijk, zie je al deze dunne streepjes? Daar is het tandglazuur heel dun. Dit zijn allemaal gaatjes.’ Ze wees naar een kies, naar een tweede kies, een derde en vierde. Bij ieder beweging die haar vinger naar boven of naar beneden maakte, werd de knoop in mijn buik zwaarder en groter. Ik realiseerde mij dat mijn dochters gebit een soort gatenkaas was. Zweetdruppeltjes begonnen zich op mijn rug en achter mijn oren te vormen. Mijn dochters gebit is er slechts aan toe. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Alsof ze mijn gedachten kan lezen vertelt ze verder: ‘Dit komt door 1: te veel snoepen. Suikers. Fruit, melk en granen zijn allemaal suikers. 2: te vaak eten. Iedere keer dat je eet is dat een aanslag voor je gebit. Je moet echt niet vaker dan zeven keer op een dag eten. 3: poetsen met tandpasta zonder fluor.’

Mijn innerlijke criticus en innerlijke engel raakten meteen verstrengeld in een discussie. Dit was allemaal mijn schuld. Ik geef mijn kinderen de ruimte om te vaak te eten. Ze krijgen geen snoep, maar wel fruit, thee met havermelk, maïswafels en andere granen. Als ik zo eens zit te rekenen dan zijn er dagen dat er tussen de drie maaltijden door best veel hapjes gesnaaid worden gedurende de dag. Ook al eten ze gezond, te vaak gezond eten is net zo belastend voor je gebit blijkbaar als te vaak ongezond eten. En dan de tandpasta. Hier ben ik toch heel erg schuldig te verklaren. We poetsen met fluorloze tandpasta. Een enkele keer kindertandpasta met fluor, maar we zijn er niet van overtuigd dat fluor zo goed is voor een mens. Ik dacht goed voor mijn kinderen te zorgen, maar dit laat het tegenovergestelde zien.

Grote ogen kijken me aan. De rest van haar gezicht zit achter een mondkapje verscholen. Ik kan niet aflezen wat ze denkt of vindt. Maar alleen die ogen al zijn groot genoeg om mijzelf schuldig te laten voelen. Mijn innerlijke engel probeert me te troosten. Ik weet dat de keuzes rondom tandpasta en voeding gemaakt worden, omdat we denken en voelen dat dit het beste is wat we ze kunnen geven. Maar ik mag nu meer grenzen en structuur gaan geven. En vanaf nu poetsen we met tandpasta met fluor. Ik vind een gatenkaasgebit en de consequenties daarvan vele malen erger dan poetsen met fluor. Stiekem hoop ik dat fluor tandpasta ons redmiddel gaat zijn. Mijn innerlijke criticus en innerlijke engel zijn uitgeraasd. Ik begin me weer kalm te voelen van binnen. Wetende dat niemand schuldig is en dat niemand slachtoffer is. Alles is, ook dit.

Een paar weken later neem ik waar hoe Ronja wederom vol geduld en overgave in de groene stoel zit. De tandarts is bezig om haar kiezen beter te maken. Het moederschap is een lemniscaat, dat beweegt van ‘ik ben een hele slechte moeder’ tot ‘ik ben de allerbeste moeder’. De bewegingen kruisen in het midden, daar waar alles mag zijn en waar alles is. Het midden, waar het moederschap simpelweg liefde mag zijn. In verzachting wacht ik af tot de tandarts klaar is. Ronja en ik blijven elkaar aankijken. We hoeven niks te zeggen, want de liefde is in ons midden.

toothpaste-3067569_640

Zeven jaar moeder

Over een paar maanden ben ik zeven jaar moeder. Zeven jaar (of is het jaren?), dat is vast een cyclus. Ik heb wel eens gelezen dat het leven in perioden van zeven jaar gaat. Het heeft een hele moedercyclus geduurd voordat ik mij realiseerde dat ik, op het moment dat ik geboorte gaf aan mijn eerste dochter, zelf een beetje ben gestorven. Het klinkt wellicht een beetje dramatisch, maar ik ben nu een heel andere persoon dan voorheen.

Het kost moeite me voor te stellen wat ik allemaal deed voordat ik iedere dag in een pan havermoutpap stond te roeren, manden vol was verwerkte, naar ieders smaak maaltijden op tafel toverde en non stop knuffels gaf. Ik geloof dat ik een beetje studeerde, wat werkte, af en toe danste, schilderde of zong. Ik geloof dat ik zeeën van tijd had, voor mijzelf en voor anderen. Maar echt zeker weten doe ik het niet. Ik kan me het simpelweg niet meer herinneren.

Nu de eerste zeven jaren bijna voorbij zijn, komt er weer beweging in wie ik was, wie ik ben en wie ik ga zijn. De luiers en de voedingsbh’s zijn sinds kort de deur uit. Mijn meisjes worden groter en zetten steeds meer stapjes de wereld in. Gelukkig blijven ze ook nog mijn kleine meisjes en slapen ze het liefst allemaal zo dicht mogelijk tegen mij aan. Zelf voel ik het verlangen, de behoefte om ook weer wat stappen de wereld in te zetten. Na zeven jaar laat ik een stukje mama los en herrijst er een vergeten deel van Marjolein uit de as. Ik voel dat ik op alle vlakken goed voor mijzelf wil zorgen. Pure voeding en meer sporten, maar ook emoties niet langer opkroppen en gevoelens uitspreken. Eerlijk zijn tegen mijn kinderen, de mensen om mij heen en bovenal tegen mijzelf.

Ik vergeet het wel eens om eerlijk te zijn en goed voor mijzelf te zorgen. Maar dan is er Ronja, mijn oudste dochter van bijna zeven, die aan mij ziet dat ik tijd voor mijzelf nodig heb. ‘Mama, van mij mag jij vandaag naar de sauna. Wij redden ons wel. Ga jij maar even uitrusten.’ Deze woorden geven mij meer voldoening dan een saunabezoek. Al is af en toe zo’n korte retraite stiekem wel heel fijn…

Mama’s maan

‘Lieverds, kunnen jullie van mij af gaan? Mama moet even naar de wc.’ We zitten opgestapeld op de bank en ik probeer mij subtiel onder vier kinderen vandaan te worstelen.

‘Ik wil Peppa Big, mama!’ Layla (bijna 4) klemt haar benen om mijn linkerbeen, in de hoop dat ik de bank niet verlaat. De anderen schuiven rustig naar links en rechts.

‘Lieve Layla, we gaan zo een filmpje kijken. Wil je mij alsjeblieft loslaten, want ik begin te lekken.’ Haar armen en benen ontspannen en ze glijdt van mij af. Ik ben bevrijd van alle kinderlijfjes en loop richting het toilet.

‘Mama?’ Ronja rent achter mij aan. ‘Waarom lek je?’ De andere meisjes volgen grote zus en als ik in het kleinste kamertje van het huis mij omdraai en mijn rok naar beneden wil doen zie ik vier paar ogen naar mij staren. Normaal gesproken zit ik mijn één of maximaal twee kinderen op de wc. Nu zijn al mijn dochters mee en aanschouwen ze met grote ogen mijn handelingen.

‘Mama! Je hebt bloed!’ roept Layla. Vier hoofden buigen naar voren om in mijn onderbroek te kijken.

‘Boet!’ Zora wijst naar beneden en kijkt daarna naar haar zussen. Aan de reactie van haar oudste zussen te zien is er niks met mama aan de hand. Niemand is heel erg geschrokken of rent vol walging de deur uit.

‘Mama heeft haar maan,’ vertelt Ronja als een echte schooljuf aan haar zusjes.

Ik vervang het verbandje en pak een nieuwe uit het doosje. ‘Eigenlijk is dit bloed het bedje waar een baby in kan groeien.’

‘Waarom groeit een baby in zo’n vies bedje?’ vraagt Layla.

‘Je weet dat jullie allemaal uit mijn buik zijn gekomen toch? In mijn buik zit een zacht huisje, waar jullie allemaal in hebben gewoond. De baarmoeder heet dat. En de baarmoeder maakt iedere maan of maand een nieuw bedje waar een kindje in kan groeien. Als er geen kindje gaat groeien, dan wordt het bedje weer verschoond. Net zoals ik ons grote bed ook verschoon. Alle oude lakens gaan in de wasmachine en dan gaan we weer onder frisse lakens slapen. De baarmoeder laat het bedje voor de baby los, zodat het huisje weer schoon kan worden. Dit bloed is het bedje.’

‘Dus er komt nu geen baby?’ vraagt Thura.

‘Nee liefje, er komt nu geen baby meer. Ik ben dolblij met jullie vier. Zo is het goed.’

Inmiddels ben ik weer aangekleed en loop ik naar de badkamer om het oude bedje weg te gooien. ‘En wat doe je nu?’ vraagt Ronja nieuwsgierig.

‘Nu was ik mijn handen.’

‘Oh. Ok.’ Mijn oudste meid rent de badkamer uit en in de gang hoor ik haar roepen naar haar zusjes dat mama klaar is en er aan komt.

Wanneer ik de woonkamer binnentreed zie ik vier stralende meisjes geduldig op de bank zitten.

‘Peppa kijten, mama?’ vraagt Zora. Met een glimlach zetel ik mij tussen hen in en stapelen de meisjes zich weer op en naast mij. ‘Zet hem maar aan lieffie.’